1 juli 2018

Rijk en toch arm, arm en toch rijk

Predikant:
Bijbeltekst: Lukas 16
Dienstsoort:

Samenvatting

Thema: Rijk en toch arm, arm en toch rijk.
Kernteksten: Lukas 16:19-23

Deze geschiedenis heeft verschillende invullingen gekregen, o.a. een sociaal karakter. Eerst wordt het beeld van een rijke man geschetst die leeft volgens het principe Pluk de dag. Mogen we dan niet genieten van het leven, carrière maken, vermogend zijn? Nee, de aartsvaders en koningen waren ook vermogend. Maar zij leefden dicht bij God. Job besefte als geen ander dat hij zijn bezittingen in bruikleen had. Job belijdt na het verlies in één dag dat God de eigenaar is van zijn bezit. Wat een tegenstelling tot onze maakbare samenleving. Er is geen ruimte om te erkennen dat God dit alles geeft.

Wat voorafging: twee conflicten tussen Jezus met de Farizeeën waarin geld en macht een grote rol speelt. Uiterlijk houden Farizeeën de schijn op maar hun hart is vol geldgierigheid, eigenliefde. Jezus zegt: God heeft daar een afkeer van. Als je rijk bent, kun je aan allerlei verleidingen bloot staan. God kan uit beeld verdwijnen en dan leef je alleen maar voor jezelf.

De Farizeeën voldoen aan het beeld van de rijke man: ze hebben geen oog voor hun medemens. Daartegenover plaatst Jezus het beeld van een bedelaar, die zelfs een naam krijgt. Lazarus betekent: God helpt. Wat een schril contrast. De rijke sluit zijn ogen voor de situatie waarin Lazarus zich bevindt. De rijke handelt hier in strijd met Gods gebod. In Deut. 15:4 staat dat er geen bedelaar onder het volk mocht zijn. De kern van het sabbatsjaar is dat God wil dat het volk omziet naar elkaar, dat ze delen omdat er genoeg is. God wil zorgen bij mensen wegnemen dat ze zelf te kort komen als ze voor anderen gaan zorgen. Wie zich over armen ontfermt, leent aan de Heere.
Lazarus wist dat hij geen rechten kon gelden op Gods genade. Beide mannen sterven en als we op hun einde letten, kan het niet anders dan dat je erdoor geraakt wordt. Bij Lazarus wordt er niet gesproken over een begrafenis. De focus ligt op zijn eeuwige heerlijkheid. Het is een uitdrukking voor de eeuwige zaligheid van de gelovige: de engelen komen de gelovige halen om hem bij zijn vaderen te brengen.
Bij de rijke man is er wel sprake van een begrafenis. Dat zal allemaal in pracht en praal zijn gebeurd. Maar als hij na het sterven zijn ogen opslaat, blijkt hij in de hel te zijn, waar hij pijn lijdt en dorst heeft.

Dan volgt een gesprek tussen de rijke en vader Abraham. (S)preken over de hel, is niet populair maar het is wel een realiteit voor hen die blijven lopen op de brede weg. Het is zo aangrijpend dat er zoveel mensen maar voorthollen en zich niet bezighouden met gerechtigheid en oordeel.
Er worden allerlei – soms vrome - excuses bedacht om de uitgestoken hand niet aan te nemen.
Dit is een oproep tot bekering, het maak zichtbaar hoe het verder gaat bij de goddeloze.

De rijke doet drie verzoeken: ontferming en het stillen van de dorst. Dit wordt door Abraham radicaal afgewezen: hij heeft het goede al in zijn leven ontvangen. De rijke vraagt geen verlossing uit het dodenrijk, hij vraagt alleen verlichting, die nota bene Lazarus moet komen brengen. Het is onmogelijk. De kloof is daar: de definitieve breuk tussen God en de zondaar.
Dan vraagt de rijke of Lazarus naar zijn familie kan gaan om ze te waarschuwen. Maar ze hebben Mozes en de profeten. Dan vraagt hij: stuur dan iemand uit de dood om hen te waarschuwen. Ook dat verzoek wordt afgewezen.

Samenvattend komen we tot de slotsom dat de rijke met zijn weldadige leven den diepste een arme man was. Door de dood is hij alles kwijt. Hij heeft zich niet druk gemaakt om zich een schat in de hemel te verwerven. Hij dacht vanuit de hel zijn zaakjes nog te kunnen regelen. Maar er is geen weg terug. Dan de arme Lazarus. Hij was niet arm maar schatrijk omdat zijn leven geborgen was bij God. Hij mocht zijn leven uit handen geven en zo de Heere trouw blijven. Hij bezat niet veel maar bij zijn sterven wordt hij door Jezus welkom geheten. Hij beërft het koninkrijk dat Jezus voor hem verworven heeft. In wie herken jij je het meest?

Dag wereld, dag schatten, je kunt niet bevatten hoe rijk of ik ben. Ik heb alles verloren maar Jezus verkoren, Wiens eigen ik ben.

 

Categorieën