Romeinen 7:24-25
Samenvatting
1) Een noodkreet uit de diepte van onze ellende
We maken bijzondere dingen mee in deze tijd; de coronacrisis en de demonstraties tegen slavernij en alles
daaromheen, dat brengt een tweespalt in onze maatschappij. Het gaat vanmorgen ook over een tweespalt: vlees
en geest. Met vlees wordt bedoeld: ons bestaan; er zit een kwaad beest in ons. Het bedenken van de geest is
leven en vrede.
Als het mis gaat in ons leven dan geven we daar een ander de schuld van. De Heere zegt: kijk eens naar jezelf.
Paulus blijft ook last houden van zijn oude ik en vraagt om verlossing daarvan. Hij zegt: “Ik, ellendig mens wie
verlost mij van het kwade, het goede dat ik wil doe ik niet.” Hij is een slaaf van de zonde geworden. En dat heeft
gevolgen voor zichzelf en de ander. Herkent u, herken jij dat in jezelf? In welke spiegel kijken wij; die van God en
Zijn wet? Willen wij onszelf vrijpleiten of belijden wij schuld? Pauls weet dat hij zichzelf niet kan verlossen en de
geest zegt ons dat ook voor: zoek naar verlossing en vernieuwing.
2) Het danklied tot God en tot Jezus Christus onze Heere vanwege Zijn verlossing
Ik dank God door Jezus Christus onze Heere; wat een abrupte overgang, eerst “uit de diepte roep ik tot u” en dan
ineens dankbaarheid voor zijn verlossing. De Geest richt ons hart en oog gelijk op Hem als wij hem zien. Dan
duurt het niet lang of we richten ons op Jezus Christus onze Heere.
Als wij iets verkeerd hebben gedaan, nemen we ons voor om het beter te gaan doen. Maar het lukt steeds niet
om dat goede voornemen vol te houden. We hebben God nodig, helemaal en radicaal. Wat een troost dat we ons
op God mogen richten om hulp. Hij kan ons omkeren/ bekeren; Paulus is daar een voorbeeld van. Laat God onze
Gids en Leidsman zijn. Zo is er dan nu geen verdoemenis voor degenen, die in Christus Jezus zijn, die niet naar
het vlees wandelen, maar naar den Geest. Hoe slecht we ook zijn, God kan ons redden. Dan nemen we geen
genoegen meer met een beetje van alles, maar richten we ons totaal op onze Redder en Verlosser. Er is geen hel
en verdoemenis voor degenen die in Jezus Christus zijn. Hij is het Hoofd en wij zijn het lichaam, verbonden door
het evangelie. God verzamelt Zijn kinderen als een hen haar kuikens onder haar vleugels. Hij roept ons bij Zich,
trekt ons naar Zich toe. Jezus komt bij ons binnen en wij mogen in Hem zijn.
Zo krijgen we een andere blik op onszelf. Zijn onze zonden vergeven? Wandelen wij naar de Geest en strijden we
met het zwaard van de Geest? Als de Geest in ons woont zal eeuwige blijdschap ons deel zijn.