Romeinen 8
Samenvatting
Soms slaat een tekst in als een bom doordat er ineens iets oplicht wat je raakt. Paulus zegt hiervoor dat we losgemaakt zijn van de zonden. In Romeinen 3 gebruikt Paulus daarvoor het beeld van de doop, waardoor de oude mens sterft en de nieuwe mens opstaat. Paulus formuleert het heel ruim in vers 14 door het gebruik van het woord “allen”, dus geldt het voor Jood en heiden. Daarnaast is de boodschap beperkend, want we kunnen alleen kinderen van God worden als we door de Geest van God geleid worden. Het woord “geleid” heeft hier de betekenis dat je niet vrijblijvend door God wordt beetgepakt: je moet wel mee. De Geest is onweerstaanbaar. De Geest is subtiel en krachtig tegelijk. Aan de ene kant is de Geest vriendelijk, maar aan de andere kant kan je er niet onderuit. De Geest brengt je in verbinding met God: hij leidt je vanuit de duisternis nar het licht. De Geest verlost je van de wet, angst en onzekerheid. Je hoeft je dan niet af te vragen “is het wel waar?”, “is het wel voor mij?”, “is het wel genoeg?”, enzovoorts. Daarnaast bevrijdt de Geest je van de zonden. Je bent niet meer gebonden aan de zonden en de duivel. De Geest verbindt je met het nieuwe: los van jezelf en van je vlees wordt je vastgezet aan God en Jezus.
In vers 14 wordt geleid worden door de Geest gelijk gezet met het zijn van een kind van God. In het Grieks staat voor het woord kinderen, het woord zonen. Hier wordt dus een directe lijn naar Jezus (de Zoon van God) gelegd. We lijken daardoor heel erg op Jezus. God legde Zijn heerlijkheid af en werd mens. Hij ging de weg die al Zijn gelovigen zouden gaan. Toen Jezus gedoopt werd, ontving Hij de Geest van God en werd Hij daarna door de Geest geleid naar de woestijn. Doordat we een zoon van God zijn, zijn we voor God volmaakt. In zo iemand heeft God een welbehagen. Johannes de Doper kon zich ook niet voorstellen dat Jezus gedoopt moest worden. Als wij het Onze Vader bidden, worden we ook als kinderen verbonden met God. Dan zijn we met Hem vertrouwd en voelen we ons bij Hem thuis. De doop van de Heilige Geest is dus direct gekoppeld aan het werk van Jezus. Wij worden zonen van God en worden zelfs zoals Jezus was. Dat is ongelofelijk groot. Wat met Jezus gebeurde, gaat vanaf Pinksteren met alle gelovigen gebeuren. Dat betekent niet dat wij het werk van Jezus overdoen en ook niet dat we God worden. Het betekent wel dat we net als Jezus kind van de Vader worden. Dan gaat er heel veel van Hem uit naar ons toestromen. Klassiek gezegd is dat toe-eigenen. Je hele denken, wezen, wil en gevoel wordt hierdoor gevormd. Je gaat kenmerken krijgen van de Zoon van God. Je gaat gaven van de Zoon krijgen: geloof, opstanding, eeuwig leven, enzovoorts. Dit is de erfenis van Christus: dat we God Vader mogen noemen.
We kunnen ook in omstandigheden komen, waarin Jezus kwam. Jezus werd regelrecht de woestijn in geleid, met alle verzoekingen en verleidingen. Maar in die situatie zijn we meer dan overwinnaars door Hem Die ons heeft liefgehad (Romeinen 8: 37). Wij mogen God aanroepen: abba Vader. Besef hoe dichtbij en krachtig God is door de Geest. De Geest is zo dichtbij als onze gedachten. Als je dus wil zeggen dat je een kind van God bent, zegt de Geest dat met ons mee. De Geest is dus zo dichtbij als het geloof. Ook als we zingen spreekt de Geest mee met ons. Hiervoor is Jezus in de wereld gekomen: jij bent een kind van God. Roep daarom: abba Vader.