24 juli 2022

Schrijf elkaar niet af!

Predikant:
Bijbeltekst: Romeinen 14:1-12
Dienstsoort:

Samenvatting

In de gemeente van Rome waren er twee groepen mensen die verschilden van mening over wat ze mochten eten en over of alle dagen gelijk zijn. Onder die geschilpunten ligt de vraag of je je als christen nog moet houden aan de geboden die God via Mozes heeft gegeven. Dus moest je nog kosher eten? En aangezien daar voor de christenen in Rome bijna niet aan te komen was, aten ze alleen plantaardig voedsel. Zo was er ook de vraag of ze de Sabbat en andere Joodse feesten nog moesten houden.

Deze vragen zetten de gemeente onder spanning. Zo benoemt Paulus de ene groep als de zwakken en de andere als de sterken. Dat is natuurlijk geen neutrale benaming en die zal dus wel door de sterken zijn bedacht. De zwakken zouden wel gelovigen zijn, maar staan nog niet in de volle vrijheid van het geloof.

Opvallend is dat Paulus in eerste instantie niet ingaat op de inhoud van het meningsverschil. Daar komt hij wel op andere plaatsen op terug. Hij geeft enkel aan hoe de gemeente om moet gaan met dergelijke meningsverschillen. Daarvoor geeft hij 3 aanwijzingen.

1 De sterke moet de zwakke aanvaarden, maar niet om over meningsverschillen te strijden

Ontvang elkaar. Dat is misschien zelfs wel letterlijk. Want de gemeente kwam toen in huizen bij elkaar. Mogelijk kwamen de sterken in hun eigen groep bij elkaar en sloten daar bij de zwakken uit. Daarom is het waardevol om met allen samen te komen in de kerk.

Maar het is niet de bedoeling om je broeder uit te nodigen om die vervolgens de les te gaan lezen. Aanvaarden is dat je ook welkom bent met je minpunten of zwakheden (in de ogen van de sterke broeder). Je moet de ander ruimte geven in diens zwakheid van het geloof. Je mag elkaar natuurlijk wel aanmoedigen in het geloof, maar dus niet op iemand inpraten om je eigen superioriteit te tonen.

2 De sterke moet de zwakke niet minachten, de zwakke moet de sterke niet veroordelen

De sterke moet de zwakke dus niet gaan zien als een bekrompen gelovige. Kan dat inderdaad niet bij ons naar boven komen ten opzichte van gelovigen van meer traditionele gemeentes? Paulus geeft dus eigenlijk aan dat, hoewel de sterken misschien gelijk hebben,  de houding die ze aannemen ten opzichte van de zwakken verkeerd is.

Vanuit de andere kant moet de zwakke niet de sterke veroordelen. Dus bijvoorbeeld niet zeggen dat degenen die de christelijke vrijheid gebruiken, wegzetten als mensen die eigenlijk hun eigen vrijheid definiëren en de Bijbel alleen gebruiken als het in hun eigen straatje past.

De reden hiervoor is dat God hen beide heeft aanvaard.

Dat is een prachtige boodschap. Die lezen we ook in het doopformulier voor de kinderen. God komt als Vader naar ons toe. En als we dan kinderen van dezelfde Vader zijn, dan zijn we broeders en zusters van elkaar.

3 Veroordeel elkaar niet, het oordeel is aan God

Hiervoor gebruikt Paulus het beeld van slaven van verschillende huizen. Die slaven hoeven elkaar niet te veroordelen. De heren van de verschillende huizen gaan daar over. Zo werkt het ook in een gezin. Vader en moeder bepalen wat goed en verkeerd is, dat doen de kinderen niet onderling. Aan God zijn we rekenschap schuldig.

We moeten in ons eigen gemoed verzekerd zijn. Dat is niet vrijblijvend. Dat betekent dat ieder uiteindelijk persoonlijk rekenschap af moet leggen aan God. Dat is zowel ontspannend als indringend. We hoeven het niet voor elkaar uit te maken, maar je moet wel eerlijk naar jezelf kijken.

Denk eens na over je eigen houding ten opzichte van anderen. Kijk je altijd weer veroordelend naar al die nieuwigheden van anderen of kom je zelf juist steeds met allerlei eigen bedachte ideeën in de gemeente? En het belangrijkste: hoe staan we tegenover God? Als we beseffen dat God niet minachtend op ons heeft neergekeken, dan ga je een ander ook niet zomaar afschrijven en dat is pure genade.

Categorieën