Te gek voor woorden
Samenvatting
Genesis 20 beschrijft een in verschillende opzichten merkwaardig verhaal, maar juist daarmee raakt het ook aan ons bestaan. Wat is de Bijbel toch een eerlijk boek, inclusief zwarte bladzijden.
Abram heeft zich in Gerar gevestigd en valt terug in zijn oude dubieuze gedrag, zonder dat daar aanleiding voor is. Hij liegt namelijk - op dezelfde manier als in Egypte - over Sara, dat zij zijn zus zou zijn in plaats van zijn vrouw. Toen keek God genadig naar Abraham om en wijdde Abraham zich opnieuw aan God toe. Uitgerekend nu God meerdere keren bij Abraham langs is geweest en de belofte van het nageslacht heeft herbevestigd, verkwanselt Abraham opnieuw de belofte.
Ongelofelijk, dat dit gebeurt bij de ‘vader der gelovigen’! Toch kan dit verhaal wel herkenbaar zijn: je laaft je aan het goede van God, maar intussen steekt iets dubieus weer heel gemakkelijk de kop op. Overigens is dit geen bewijs dat je geloof niet echt zou zijn. Van Abraham weten we namelijk heel zeker dat zijn geloof echt is, maar dat er toch dingen gebeuren die niet kloppen met dat geloof. Dus zo echt als het kan zijn, zo raar kan het soms lopen. In de tragiek van dit verhaal is dit tegelijkertijd troostend.
Het is God er alles aan gelegen om dit dubieuze gedrag van Abraham een halt toe te roepen, want er staat veel op het spel. Het kind Izaäk zou niet geboren kunnen worden, hij zou geen nageslacht kunnen krijgen en uiteindelijk zou de Heere Jezus niet geboren kunnen worden en alle volken niet gezegend kunnen worden met de redding die Hij zou brengen. Als God hier niet bij Abraham ingegrepen had, dan had het begin van de doorbraak van Zijn rijk niet plaatsgevonden, en hadden wij ook niet bij Zijn Koninkrijk betrokken geworden.
Abraham is tegelijkertijd ook speelbal van de duivel. Want de boze weet ook hoe cruciaal dit is: de komst van Izaäk is het begin van het einde voor de boze. Daarom is het, vanuit zijn perspectief, te begrijpen dat hij de boel wil verstoren, maar je kunt niet de schuld afschuiven op de duivel. Paulus zegt: geef de duivel geen plaats. Je kunt de boze weerstaan, staande in de kracht van de Geest. Heb jij door waar de duivel bezig de relatie tussen God en jouw hart te verstoren? Wees dus nuchter en waak! Ter aanvulling: Paulus schreef aan de gemeente van Efeze, die verkorenen, verlosten en bezegelden met de Geest werden genoemd: ik vermaan u dat u niet langer wandelt als de andere heidenen. Je kunt als gelovige dus zomaar vervreemden van God.
God moest dus ingrijpen, want Abraham kwam nergens op terug en Abimelech was zich van geen kwaad bewust. Nadat Sara in de harem van Abimelech was geplaatst, wordt Abimelech impotent. Dat voelde voor hem als een doodssteek, en als een teken van afkeuring van de goden. God spreekt tot Abimelech en noemt hem een kind des doods als hij Sara niet teruggeeft aan Abraham. Het is nu of nooit, zowel voor de hemel als voor de hel. God staat op tot de strijd om te winnen. Het lijkt oneerlijk dat Abimelech gepakt wordt terwijl Abraham heeft gelogen, maar God gaat tot het uiterste, geleid door zijn genade. Zo laadde Jezus ook de schijn op zich dat hij een godslasteraar zou zijn, waardoor hij aan het kruis kwam om zo genade te bereiden. Misschien ben je zelf ook wel eens door God met het mes op de keel tot de orde geroepen. Soms toetert Hij in je oren, als de stille influistering niet helpt.
God beslist dat Abraham als een profeet voor Abimelech moet bidden om vergeving. Ook dit lijkt te gek voor woorden, omdat Abimelech te goeder trouw heeft gehandeld. Maar: niet Abimelech, maar Abraham moet door de knieën voor het God. Tegelijk wordt het onbewuste kwaad niet goedgepraat, maar vraagt om vergeving. Het onbewuste kwaad is veel groter dan het bewuste. De schuld kan zomaar heel hard oplopen als het gaat om de liefde die God van ons vraagt. Zie je onbewuste kwaad ook onder ogen. Gelukkig is in Christus mijn hele bestaan mee aan het kruis gegaan! Er is meer dan genoeg genade. Tot slot: Heb jij iemand voor wie je in gebed moet, omdat je hem/haar tekort hebt gedaan?