9 juli 2017

Uit het water van de doop putten wij geloof en hoop

Predikant:
Bijbeltekst: Galaten 3:21-29

Samenvatting:

1.Kleed: u hebt zich bekleed
2.Kern: de naam Christus
3.Kind: u bent allen kinderen van God door het geloof in Christus Jezus
Pasgeleden heb ik een mooi boek gelezen: ik zocht Allah en ik vond Jezus. Over hoe hij als moslim geboren is en opgegroeid is. Ieder kind, schrijft hij, krijgt te horen: Allah is groot, er is geen god gelijk Allah en Mohammed is Zijn profeet. “ De Joden zeggen: Hoor Israël de Heere onze God is een enige Heere. Wat fluisteren wij als eerste in het oor van onze kinderen? Wat willen we ze meegeven?
Ik zou ze in willen fluisteren: de Heere Jezus is de Goede Herder. Fluister de naam van Jezusmaar in het oor van je kind. Mooi dat er een Bijbeltekst op de geboortekaartjes staat. Mooi als je al van Jezus zingt als je zwanger bent; dat is prenatale opvoeding!

Vorige week hadden we hier ook een doopbediening. Die werd buiten gehouden en er werden toen grote mensen gedoopt. Daar hadden we een doopbad en hier een doopvont. Toen werden er ook mensen ondergedompeld; hier worden er kinderen besprenkeld.
Je zou bijna zeggen: we hebben het een beetje geminimaliseerd. Dat hebben we ook met het Avondmaal gedaan. Een stukje brood en een slokje wijn....weinig! Terwijl het Avondmaal in de Bijbel altijd gecombineerd werd met een liefdesmaaltijd, waarbij aan het einde avondmaal gehouden werd.

Vanmorgen gaat het ook over kleding: u bent met Christus bekleed. Wij hebben de traditie om met een witte doopjurk te dopen. Wanneer hebt u voor het laatst nieuwe kleren gekocht? Kleren maken de man. De een vindt het leuk; de ander vindt het een drama. Paulus heeft het ook over oude en nieuwe kleren. Kinderen gebruiken graag verkleedkleren. Net echt lijkt het dan.
Paulus schrijft hier aan de gemeente Galaten, in de provincie Turkije. Er kwamen mensen tot geloof en er kwam een gemeente; de Heilige Geest werkte daar met kracht. Maar op een bepaald moment komen er dwaalleraren, die zeiden dat het geloof in Jezus niet genoeg was, maar dat je ook de wetten van Mozes moest houden. Er komt verwarring en Paulus gaat er een brief over schrijven. Hij schrijft dat er verschillende tijdperken zijn, en met Jezus' komst is er een nieuw tijdperk aangebroken. In vers 24 staat: de wet is onze leermeester tot Christus. Dat wordt vaak uitgelegd als: naar Christus toe. Eerst de wet en dan Christus. Maar dat staat er niet. Wel staat er: de wet ging door tot op Christus.Toen kwam er een nieuw tijdperk. Er is hier sprake van een fout in de bevindelijke theologie.

Hoe ging dopen in die tijd in zijn werk? Jezus is ook ondergedompeld....Hoe ging dat? Ze gingen het doopwater in in de richting van het westen. Ze zweerden hun zondige leven af en beleden God de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Dan gingen ze onder en kwamen aan de andere kant van dat doopbassin er weer uit. Dan kregen ze witte kleren aan, dat witte kleed. Dat werd hen omgedaan. Dat was ook een symbolische handeling: je trekt Christus aan, een nieuw terrein, een nieuwe start. Al die dopelingen waren in het wit. Wereldlingen zagen dat: he, allemaal mensen in het wit. Wat voor huidskleur ze ook hadden, wie ze ook waren, slaaf of vrij, man of vrouw. Ze hebben Christus a.h.w. aangedaan. Maar kleren zijn de buitenkant. Laat in je gedrag zien aan de wereld dat je bij Christus hoort. Het oude wordt afgelegd en het nieuwe wordt aangedaan. Dat oude is een beeld van het leven van vroeger. Of het nu wettisch of goddeloos was. Of je nu een fijn kleed aan had van wetticisme of een groot kleed van slechte daden.
Paulus had een heel fijn kleed van allemaal goede werken, wetticisme.

Er komt een moment dat je naakt voor God staat. En dan zegt de Heere: Ik ga je bekleden met de klederen van het heil. Jullie hebben Christus aangedaan. Dat nieuwe kleed is: de nieuwe mens aandoen en de oude uitdoen. Dat ze gaan zien dat jij op Christus lijkt.
Als God dan naar die dopelingen kijkt, ziet Hij hen in Christus genadig aan.

Baby'tjes worden naakt geboren en krijgen kleertjes aan, vandaag witte doopkleertjes. Die moet je bewaren. Het herinnert de dopeling aan het feit dat ze gedoopt zijn.
U bent allen tot Christus gedoopt, in de richting van Hem opgevoed te worden door papa en mama. De kern van de doop is niet het water maar de naam van Christus.

Toen het volk Israel door de Rode Zee was gegaan, konden ze niet meer terug naar Egyte. Zo wil ik mijn kinderen brengen onder de heerschappij van Jezus. Van welke cultuur, welke sekse je ook bent, of je nu slaaf of heer, man of vrouw bent. . Paulus zeg dat tegen die gemeenteleden in Galaten. Dat was in die tijd zeer revolutionair.
Die slaven kwamen ook vaak tot geloof. Ook vrouwen werden door Jezus gezien. Maria Magdalena mocht de boodschap vertellen.
Veel zusters kwamen tot geloof.
Je wordt niet tot een leer gedoopt, tot een kerkgenootschap maar tot Zijn Naam. Want u bent allen kinderen van God door het geloofin Christus Jezus.
Geloof en doop gaan hier samen. Onverbrekelijk met elkaar verbonden. Bij kinderen is het vaak andersom.
Je bent geen kind van God door de doop. Wel door het persoonlijk geloof in Jezus. Zijn bloed redt, niet het water.
Je voedt ze op tot een leven met de Heere Jezus.
De doop verandert ze van positie, je wordt overgezet naar een nieuw terrein. De kinderen mochten ook door het water van de Rode Zee.
Aan het begin van het leven: witte klederen. Hoe zal het aan het eind van ons leven gaan.
Straks aan het eind van ons leven, kom je bij die witte troon. Hoe sta je daar? Met lange, witte kleren? Of gaan anderen je voor? Gaan kinderen je voor?

Op Uw Woord o Leven van ons leven,
werpen wij het doodskleed af.
Door de kracht Uws Geestes uitgedreven
treden we uit ons zondegraf
Leer ons dagelijks, leer ons duizendwerven
in Uw kruisdood meegekruisigd sterven
en herboren opgestaan
achter U ten hemel gaan!

Categorieën