13 juni 2021

Wat doe jij?

Bijbeltekst: Ezechiël 18:1-20
Dienstsoort:

Samenvatting

Het spreekwoord “boontje komt om zijn loontje” betekent dat je je verdiende straf krijgt, bijvoorbeeld omdat je iemand uitlacht. In deze preek gaat het ook over een spreekwoord waarbij je straf krijgt voor de zonden van een ander. Dat vonden de Israëlieten niet eerlijk.

Spreekwoorden bevatten vaak een kern van waarheid. Vaak zijn ze niet helemaal waar, soms ook helemaal niet waar (bijv. bij “zo vader zo zoon”). De ballingen van het volk Israël zijn bij Kebar: ze zaten bij de rivieren van Babel te treuren en dachten aan Sion. Ze konden niet vrolijk zijn en zongen geen lied, maar hingen hun harpen aan de wilgen (psalm 137). In deze omstandigheden is dit spreekwoord van de zure druiven ontstaan. De Joden zijn de dupe geworden van de daden van hun voorgeslacht. Dat is toch niet eerlijk? In de tien geboden lezen we echter dat God de ongerechtigheid bezoekt tot de derde en vierde generatie.

Daarnaast is het zo dat als we nu slordig omgaan met het geloof, we niet verbaasd hoeven te zijn als onze kinderen helemaal afhaken. God wil het spreekwoord, over de zure druiven van de ouders en de stompe tanden van de kinderen, echter niet horen. De ouders hebben wel schuld, maar de kinderen mogen zich er niet zomaar over beklagen of zich er achter verschuilen. God wil namelijk de verkeerde patronen doorbreken. Het gaat er om wat jij (nu) doet. Er zijn verschillende manieren om met verkeerde patronen om te gaan: bagataliseren (het is toch niet zo erg? anderen doen het toch ook?), verstoppen (ontkennen en er om liegen) of anderen de schuld geven (in de slachtoffer rol kruipen). Je bent niet alleen maar de dupe van het verleden. Je bent zelf verantwoordelijk voor je daden. Een andere manier om met verkeerde patronen om te gaan is door te zeggen dat je niet anders kunt (of wilt). Deze mensen geven dan eigenlijk God de schuld van wat ze zelf verkeerd doen. Ze vinden God niet rechtvaardig. God draait het echter om en zegt dat een dergelijke redenatie niet klopt, maar dat de Joden dan zelf onrechtvaardig zijn.

De rechtvaardige in de eerste generatie (vers 5-9) is gericht op God en is eerlijk, recht, trouw, ziet om naar de medemens, enz. Dat doet denken aan de man in psalm 1 die niet wandelt in de raad van de goddelozen. De tweede generatie (vers 10-13) is echter niet rechtvaardig. De derde generatie (vers 14-17) doorbreekt het patroon en is wel weer rechtvaardig. Patronen kunnen gelukkig doorbroken worden: persoonlijk en maatschappelijk.

Wordt er niet een te groot accent gelegd op de persoonlijke verantwoordelijkheid? Nee, je krijgt door je persoonlijke verantwoordelijkheid juist ruimte en kunt patronen doorbreken. Slachtoffers zitten vast. God wil dat je leeft en de toekomst open gaat. God wil dat de zondige patronen in je eigen leven doorbroken worden. We mogen met psalm 139 bidden en vragen “doorgrondt mijn hart en zie of ik een verkeerde weg ga”.

In 1 Johannes 1 vers 8 staat dat als wij zeggen dat we geen zonden doen, we een leugenaar zijn. Gelukkig staat daarna dat als we onze zonden belijden, deze door Jezus vergeven worden. Ook in Ezechiël staat dat de onrechtvaardige die zich bekeert gered wordt. Jezus heeft als rechtvaardige de zonden voor ons gedragen en verzoend.

Aan het einde van Ezechiël 18 wordt ook gewaarschuwd tegen het terugvallen van rechtvaardig naar onrechtvaardig. De vraag is wat doe jij en welke weg ga jij? Op beide wegen wandelen zondaars. Het verschil is dat op Gods weg mensen wandelen die hun zonden belijden en zich dagelijks bekeren van hun zonden.

Het gaat om het vernieuwen van onze mindset: vernieuwing van hart en leven. In Ezechiël 36 staat de belofte dat God een nieuw hart geeft: van steen naar vlees. Door Zijn Geest mogen we bij het nieuwe verbond horen. De Heilige Geest wil ons door Zijn kracht in beweging zetten. O Heilige Geest vernieuw ons hart en ons leven. Geef ons wilskracht om het goede te zoeken en te doen. Heilige geest maak ons hart en ons leven nieuw.

Amen

Categorieën