Welkom in de strijd!
Samenvatting
De woorden “welkom in de strijd” worden vaak gebruikt bij de een belijdenisdienst. Deze woorden komen regelrecht uit de Bijbel, want Paulus zegt dit tegen Timotheus. Timotheus mocht in vrede met God leven door het offer van de Heere Jezus Christus. Daar is Timotheus vast van overtuigt, maar toch is het vaak een strijd om het vast te kunnen blijven houden. Strijdt daarom de goede strijd van het geloof. Paulus ging voor de wedloop van het geloof, om enigszins met Jezus op te staan: steeds een stapje dichter bij het eeuwige leven. Je doet mee totdat je de eindstreep gehaald hebt: in denken, doen en laten.
Paulus zegt dit allemaal tegen Timotheus: een dienaar van God. Zijn moeder (Lois) en zijn oma (Eunice) gingen hem voor in het geloof. Zij zullen voor Timotheus gebeden hebben en met hem over het geloof gesproken hebben. Vanaf het begin is Timotheus opgegroeid met het geloof in de levende God. De rol van de vader is onduidelijk. Later komt Timotheus Paulus tegen in Efeze. Dan breekt het geloof nog veel verder door en gaat het evangelie voor hem open. Paulus wordt een vader in het geloof voor hem en Timotheus een geestelijke zoon. Bij iedereen gaat het weer anders: elke vader en moeder heeft daar weer een andere rol in. Hoe het ook gegaan is, deze 15 belijdeniscatechistanten zitten hier om straks hun geloof voor God en de gemeente te belijden. Twee jaar geleden zijn we begonnen, ieder vanuit een verschillende achtergrond. Na een jaar is het verdiept en zijn deze mensen tot overgave aan God gekomen. Zo heeft God gewerkt: lof en eer aan Hem. Er is sprake van ongeveinsd geloof, niet opgepoetst of mooier gemaakt. We mogen hier diep dankbaar voor zijn.
Je zou kunnen denken dat nu alles wel goed zit. Maar toch komt deze oproep. Zelfs Timotheus, als ervaren gelovige, kreeg deze boodschap te horen. Het zijn indrukkende woorden: “Jij die God toebehoort”, maar daarop volgt “ontvlucht al deze dingen”. Deze dingen staan genoemd in 1 Timotheus 6: 9 en 10, zoals geldzucht en schadelijke begeerten. In plaats daarvan worden we opgeroepen om te jagen naar gerechtigheid, godsvrucht, geloof, liefde, volharding en zachtmoedigheid (1 Timotheus 6: 11). Daarnaast worden we opgeroepen om te strijden en naar het eeuwige leven te grijpen. Het gaat dus om ontvluchten, jagen, strijden en grijpen. Hierbij kan je dus niet je eigen route zoeken, want dan verdwaal je en bereik je de eindstreep niet. Het gaat dus niet vanzelf, ook niet na ontvangen genade en bekering. Daarom worden we opgeroepen om te strijden en te volharden. Paulus zegt over zichzelf “ik heb de goede strijd gestreden, ik heb de loop beëindigd en het geloof behouden” (2 Timotheus 4: 7). De krans van de gerechtigheid is daarom voor hem weggelegd.
Wat betekent dat precies “strijd de goede strijd van het geloof”? Het is dus niet (alleen maar) de goede strijd met jezelf. Wat is nou precies geloven? Het is niet een eigen prestatie, maar het is vooral blijven in Zijn liefde. Je weet dan van Hem en je vertrouwt jezelf aan Hem toe. Johannes schrijft ”niet wij hebben u liefgehad, maar U heeft ons lief gehad en Uw leven gegeven”. Jezus zei “blijf in Mijn liefde”. Dan hoeven wij ons niet in het zweet te werken, maar op de knieën gaan en tot rust komen bij God. Dat is een goede strijd. Wij vallen ons zelf meer dan eens tegen, maar mogen telkens weer terug komen bij God. Daar moeten wij het allemaal van hebben. Daarom mogen we tegen elkaar zeggen: strijd de goede strijd en blijf in Zijn liefde. Jezus belooft dat als wij in Hem blijven, dat Hij ook in ons zal blijven. Grijp daarom naar het eeuwige leven, zodat als je oud bent geworden we kunnen zien dat je meer op Jezus bent gaan lijken. Het kan zijn dat we het in ons leven zwaar krijgen en de wereld niets van je geloof in God wil weten. Een Koerdische voorganger zei eens ”wij vragen niet wat het geloof ons oplevert, maar wat het geloof ons gaat kosten”. Wij moeten dus berekend zijn op de kosten van het geloof. Hoe doen we dat? Door te blijven in Hem. Een Iraanse christen kreeg een keus voorgelegd: of God afzweren, of het land en alle bezittingen achterlaten. Hat antwoord was: ik heb geen keus, want Jezus is Mij al voorgegaan. Dat is de goede keus!
Amen