Wereldgelijkvormigheid
Samenvatting:
Wereldgelijkvormigheid
Het hemelse (Bedenk de dingen die boven zijn)
Het aardse (1 Timotheüs 4: de dingen die God geeft, mogen we met dankzegging aanvaarden)
Het wereldse (En wordt niet aan deze wereld gelijkvormig)
‘Ik ga geestelijk bij u dood! Ik kom niet meer bij u in de kerk! Alles is veranderd: gezangen, HSV, grijze pakken in de kerkenraad, u bent niet meer zoals in Goudzwaard…’
Wat is goed bij God en wat is slecht bij God?
Is het een lage moraal, schijnheiligheid, vloeken, als Christen naar foute muziek luisteren, katten op kerkelijke traditie en ondertussen erop los leven? Sommige dingen zitten in een grijs gebied, maar waar is de grens? Zijn het de generatiekloof, de cultuur, de opvoeding, de tijd waarin we leven die bepalen wat goed of slecht is. Gaat het steeds een stap verder?
Wereldgelijkvormigheid heeft te maken met de gerichtheid en gezindheid van je hart. Wetticisme en wereldgelijkvormigheid zijn beeld en spiegelbeeld, het heeft allebei te maken met ons vlees, niet met de Geest. Hoe meer we op uiterlijke dingen gaan letten; des te minder ruimte is er voor geestelijk leven. Maar als u zegt: ‘Het uiterlijk doet er niet toe, het gaat om het innerlijk’, dan vliegt u aan de andere kant uit de bocht.
Ons denken moet veranderd worden, onze visie moet een metamorfose ondergaan; net zoals een rups die een vlinder wordt.
Het hemelse
We moeten zoals de vlinder naar boven, naar het licht. Hier beneden is het niet (alleen). We mogen in gemeenschap leven met Christus, die in de hemel is. Hij trekt ons hart omhoog, zoals een vlieger die naar boven wil. De duivel doet er alles aan om de lijn van die vlieger te rafelen en door te snijden! We zijn hemelburgers, zegt Paulus. We erven koninkrijken, zegt Luther. Onze opdracht is om zo te leven op aarde, elke dag weer. Hoe doe je dat? Net zoals een ruimtepak bij een astronaut of het luchtbelletje van de waterspin hebben wij een stukje hemelse atmosfeer nodig. En dat is merkbaar voor de omgeving!
Het aardse
Aardse en wereldse dingen; de laatste zijn altijd zondig, de eerste zijn de gaven van God die wij mogen gebruiken en genieten met dankzegging. We mogen ze ook delen. Aardse dingen zijn er niet meer in de hemel: een goed huwelijk, de huwelijkse gemeenschap, vakantie, eten en drinken, arbeid, sport, enz.. We moeten goed voor onze geest en lichaam zorgen. Maar de aardse dingen die ons bij God vandaan houden, omdat ze ons opslokken, worden werelds. We kunnen dingen verwaarlozen, maar ook verafgoden…!
Het wereldse
Dit heeft te maken met de duivel en de verleiding tot zonde. Het is niet tot eer van God. De zonde zit in de mens; hoe gaat u met de dingen om? Vleselijk of geestelijk? Een farizeeër keek op een ander neer, leefde wettisch, maar dat was vleselijk; bestemd om bij de mensen in een goed blaadje te komen.
David zei: ’Een ding heb ik van de Heere begeerd: dat mijn leven heel de week onder invloed zal staan van datgene wat ik in Uw huis heb gehoord!’ Doe ons het hemelse betrachten, hoofd omhoog, het hart naar boven.
Volle verlossing, gans vrij te zijn.
't Hart naar boven, 't oog hemelwaarts;
zo Jezus volgen naar 't vaderland.