Wie bidt, gaat niet verloren
1 Daniël laat van zich spreken
2 Daniël zwijgt
3 God spreekt
Je kunt zo makkelijk afgeleid worden – met je mobiel bijv. Zo kon ik wel de kerk vinden vanmorgen.. Aan tafel zeg ik vaak: doe weg, we zijn aan het eten. Communiceren vinden we belangrijk, maar doe je dat ook naar boven? Want wie met God in verbinding staat, wie bidt, gaat niet verloren. Maak je werk van je gebed? Bid je hardop met je gezin? Leer je elkaar bidden?
Daniël bad. Drie maal op een dag. Hij bleef op God vertrouwen.
Na 539 v Chr speelt dit. Toen schudde de wereld. Babylon viel. Darius de Pers groef een kanaal om de stad, de Tigris viel naar beneden, de roosters bloot, en zo viel de stad. Belsazar dacht dat de stad onneembaar was. De Perzen zouden een wereldrijk opbouwen van India tot Griekenland, ze hadden respect voor de cultuur. De gedeporteerde volken mochten terug naar huis. Ik wil graag naar het British Museum, daar staat een stèle met het decreet dat de volken naar huis mochten. Compromissen, als het even kan zonder geweld. De volgende dag ging ieder weer naar zijn werk, maar de Perzen waren de baas. Koning Kores, Gods knecht... de Joden mochten naar huis als ze dat wilden. Sommigen bleven, Daniël was 80, misschien juist omdat hij nog een taak moest vervullen. Darius verdeelt het land, en Daniël,op leeftijd en al, werd benoemd tot een van de drie rijksbestuurders. Er was veel corruptie. Daniël was niet alleen intelligent maar ook eerlijk. Dat zag Darius, hij overwoog Daniël het bestuur over alles te geven. Dat plan wordt bekend.
Er komt een breed overleg, ieder vindt dat dat voorkomen moet worden. Hij is te eerlijk. Er wordt flink verdiend. Als je moeilijk zit met je hypotheek, kan het zo mis gaan. Weten ze het ook bij u op uw werk, wat voor vlees ze in de kuip hebben? Dat u niet mee doet? Ja, ik was verliefd... als jij die maskara voor me pakt, vind ik jou leuk.... Ik heb ook een brief geschreven naar V&D en excuus en het bedrag en ze vergaven het mij.
Dan kun je onder grote spanningen komen, als je zegt hé dit klopt niet, waar gaat dat geldt geen? Er komt iemand met een idee om Daniël er in te laten lopen. In de wet van zijn God. Ze willen hem pakken op zijn trouw en eerlijkheid. Darius trapt erin. De Perzen werden niet geregeerd door een dictator, maar door wetten waar de vorst ook aan onderworpen is. Darius denkt dat het hen echt om hem te doen is, dat het hem kan helpen om grip te krijgen.
1 Kon 8:46 Wanneer zij tegen U hebben gezondigd... en hen overlevert.. wegvoeren naar het land van de vijand... tot u smeken, tot u bidden in de richting van Uw land, de stad, het huis... luistert U dan! Vergeef Uw volk.
Daniël geloofde wat er stond. 605 v. Chr is hij weggevoerd, hij was blijven bidden, toen de tempel was verwoest. Als het brandoffer geofferd moest worden ging hij bidden. Jaar na jaar, tegen hoop op hoop. Pa hoe lang bid je nu al, 50 jaar.. Hoe lang bid je al? Zou Daniël nooit het gevoel hebben gehad dat zijn gebed tegen een koperen hemel was? En toch hield hij vast.
Driemaal daags, voor een open raam, 2000km verderop ligt Jeruzalem in puin. Als je zo lang bidt, zie je dan iets van Jeruzalem?
Het moet wortels krijgen door volharding. Terwijl zijn leven voorbij gaat, blijft hij bidden. Gewoonte of niet, maar hij zet door. En hij deed niet stiekum over zijn godsdienst.
Er wordt overgepraat. Hoe zou het nu gaan? Stop je nu 30 dagen? Hoe is het met bidden in de kantine, onder spanning? Ben je trouw? Laat je je makkelijk afschrikken. U bent zo goed Heere, of moet je ook bekennen dat je bidden verzwakt is? Bid je nog met elkaar?
Beseft u dat alles van dit gebed afhangt, van uw gebed? In Stavenisse zijn nog 60 mensen, hoe gaat het dan met je gebed en je godsdienst? Daniël deed zoals hij altijd had gedaan. Ondertussen was Zerubabel met 50.000 Joden vertrokken naar Jeruzalem. En ze waren begonnen het fundament van de tempel weer te leggen, brandoffers, om 9 uur, 3 uur. Het hart van Daniël had een boost gekregen. Daarom sloegen de machten keihard toe. Nu wordt het gevaarlijk, ze keren terug, ze bekeren zich.
Daniël smeekt om genade, want hij beseft dat het er nu om ging spannen. Als de hoeksteen geplaatst wordt, genade, genade. Als ze straks binnen stormen, ligt Daniël op zijn knieën. Hij houdt zich niet aan het gebod van de koning. Hij is op heterdaad betrapt.
2
In vers 14 halen ze er dingen bij: hij is een vreemdeling, een Jood, niet te vertrouwen, ongehoorzaam. Darius begrijpt dat hij er in gelopen is. Hij probeert allerlei juridische truucs, maar het helpt niet. De zon gaat onder. Het moet gebeuren, zegt heel zijn regeringsapparaat. Eensgezind in het kwaad. Daniël zwijgt. Hoe gaat het met je geloof, Daniël? Mo