28 februari 2021

Wie kwijt is wordt gevonden!

Predikant:
Bijbeltekst: Lukas 15:8-10
Dienstsoort:

Samenvatting

Jezus gaat naar Jeruzalem om daar veroordeeld en verworpen te worden. Dat gebeurt na een veroordeling volgens de Thora, na een officiële rechtzitting onder voorzitterschap van de hogepriester. Het oordeel was: “godslastering; des doods schuldig”. Pilatus waste zijn handen in onschuld. Jezus werd als het Lam van God aan het kruis gehangen, zo deed Hij verzoening en bad Hij om vergeving voor zondaren. 

In de doop komt ons kwade hart van ons en het goede hart van God ook bij elkaar. Van nature zijn we zondaren, God weet dat ook en Hij legt Zijn hart open om Zich over ons te ontfermen. Hij neemt ons kwade hart mee de dood in om ons het eeuwige leven te geven.

De farizeeën en Schriftgeleerden ergeren zich aan de mensen die naar Jezus komen, die tollenaren en zondaren! Jezus werd er juist blij van, van die mensen die in zichzelf zijn vastgelopen. Jezus laat zich niet in een vakje of bij een clubje duwen. 

En dan vertelt Hij dit verhaal van de verloren penning die gevonden wordt. Wat is de vrouw blij met dat ene muntje; terwijl ze er nog negen had. Maar juist dat ene verloren muntje was belangrijk, hoorde er ook bij, maakte het geheel compleet. Het muntje was nodig, kon niet gemist worden. We weten niet of het een maandloon of geschenk was waar een deel van ontbrak, maar dat doet er ook niet toe. 

Een muntje is iets anders dan een schaap, dat blaat. Het is een ding dat niet zelf wegloopt. Maar toch is het verdwenen en de vrouw heeft geen idee hoe het gebeurd is en waar het zou kunnen zijn. God heeft hart voor de farizeeën en Schriftgeleerden; die geen idee hebben dat ze God kwijt zijn. God heeft hart voor alle zondaren die Hem onbewust kwijt zijn, ook nu! Jezus wil al Zijn liefde aan ons geven en toch raken wij Hem kwijt?!

De vrouw steekt een lamp aan en zoekt overal. Ook al is het muntje kwijt, het houdt wel zijn waarde. Zo is het ook met de mensen; zij zijn als een parel in Gods hand en gaan Hem aan het hart. God haat de zonde, maar heeft de zondaar lief! Hij is innerlijk met ontferming bewogen over de mens die dood ligt in zonden en misdaden. God beweegt, voordat wij in beweging komen. In de doop zien we Zijn liefde en genade! Er is blijdschap in de hemel over het zoekgeraakte mensenkind. 

Bidt als ouders voor je kind; het zal niet vanzelf een hart hebben voor God, maar beroep je op Gods trouw en vraag: “God houdt u mijn kind vast en zoek het op. Dat ook over mijn kind blijdschap zal zijn in de hemel, U weet het te vinden als geen ander.”

Categorieën