29 oktober 2017

Wij hebben een Koning

Predikant:
Bijbeltekst: Handelingen 17:1-10

Samenvatting:

Dit is een inleidende preek voor de serie over de twee brieven aan de gemeente van de Thessalonicenzen.
De Bijbel is een oude liefdesbrief die aan ons is geadresseerd. Het is belangrijk de afzender, ontvanger en de bedoeling van de brief te weten. Aan de gemeente van de Thessalonicenzen heeft Paulus één van zijn eerste brieven geschreven. Thessalonica was een grote stad met wel 100.000 inwoners. Het is een eenvoudige brief waarin Paulus de gemeenteleden met liefde aanspreekt (broeders). De brief gaat veel over de wederkomst van de Heere Jezus. Het zijn dus twee koninkrijks-brieven. In de brieven gaat het nauwelijks over het verbond, maar veel meer over het koninkrijk van God. Wij hebben dit Koninkrijk heel hard nodig. De eerste brief aan de Tessalonicenzen is zeer geschikt voor mensen die pas tot geloof zijn gekomen. Ook in deze tijd is onze echte koning de Heere Jezus Christus. De vijand valt dit koninkrijk echter aan. Wij mogen tegenover deze aanvallen zeggen dat wij een Koning hebben.

De Koning wordt:

gepreekt (vs. 2)
Paulus is op zijn tweede zendingsreis, geroepen door middel van een droom naar Macedonië. Paulus komt in de gevangenis van Filippi terecht, maar wordt hier op wonderlijke wijze uit bevrijd. Daarna gaat Paulus naar Tessalonica. Paulus is niet bang en gaat gelijk het gesprek aan met de joden in de synagoge. Paulus vertelt vanuit het Oude testament dat de Messias moest lijden, sterven en uit de doden opstaan. Hij zal waarschijnlijk uit Jesaja 53, Psalm 22 en 106 voorgelezen hebben. De Joden dachten namelijk dat de Messias alleen maar zou regeren. Daarna zegt Jezus dat de Messias al gekomen is, namelijk Jezus van Nazareth. Jezus, de opgestane Heere, is een Koning. Deze Jezus is nu verheerlijkt en zit aan de rechterhand van God in de hemel en zal weer terug komen. Paulus vertelt ook wat er allemaal aan de wederkomst van Jezus vooraf zal gaan.

Het nieuwe wat Paulus bracht, was een Persoon. Het ging niet alleen om de leer. Paulus preekt de Enige naam onder hemel door Wie wij moeten zalig worden. Bij het evangelie gaat het echter niet in de eerste plaats om onze behoudenis, maar om wie de Heere Jezus Christus is. We zien dit duidelijk in andere Bijbelgedeelten van o.a. het boek Handelingen. In Handelingen 8 vers 5 staat dat Filippus Christus preekt. Even later verkondigt Filippus Jezus aan de kamerling. Vlak na de bekering van Paulus preekt Paulus Christus als Zoon van God (Handelingen  9). Jezus heeft nooit gezegd “volg mijn leer”, maar “volg Mij”. Tim Keller zegt dat we niet moeten preken over de goedheid van ons of onze leer, maar over hoe goed de Heere Jezus is.

geloofd (vs. 4)

Deze boodschap wordt door sommigen geloofd: deze sluiten zich aan bij Paulus en Silas. Zij gaan Jezus volgen. Het zaad van het woord draagt vrucht. Bij de Griekse gelovigen zijn er nog meer volgelingen en van de vooraanstaande vrouwen zijn er niet weinigen die tot het geloof kwamen. Vanuit de schrift worden deze mensen overtuigd. De Heere kan verschillende ingangen gebruiken om het hart van mensen te bereiken: bij de de ene persoon meer door het verstand, bij de andere persoon meer via het gevoel. Paulus probeert de mensen te bewegen tot het geloof.

geweerd (vs. 5)

De boodschap wordt echter ook geweerd door de ongehoorzame en jaloerse Joden. Ze pakken de pas-gelovige Jason en slepen hem voor de rechter. De Joden schreeuwen de beschuldiging: deze “lui” brengen de stad in repen roer door een andere koning te preken. De boodschap doet dus iets met de mensen: een deel gelooft, de ander deel wordt boos. Dominee Wesley stelde twee vragen aan studenten die een jaar gepreekt hadden: hoeveel mensen zijn er onder je prediking bekeerd en hoeveel mensen zijn er boos weggelopen? Als er niemand bekeerd of boos werd, zei dominee Wesley dat zo’n student niet geschikt was voor het predikambt. De boodschap van het evangelie is heel scherp: dood of leven en hemel of hel.

Paulus preekte het koningschap van Jezus. Wij prediken Jezus vooral als Heiland en Verlosser. Wij zouden Jezus meer als Heere moeten prediken. Wij moeten knielen voor deze Koning, want Hij is rechtvaardig wijs en zacht. Boven het kruis stond “deze is de Koning der Joden”. Wij mogen knielen voor dat kruis van de Heere Jezus. Dan geven we ons hart aan Hem. Deze koning is Zijn heerlijkheid ingegaan, maar Hij komt terug.

In het volgende opwekkingslied wordt dit mooi samengevat:

Majesteit, groot is zijn majesteit. Lof zij Jezus en glorie, hulde en eer. Majesteit, God, die de zijnen leidt. Vanaf Zijn troon vestigt Zijn Zoon Zijn heerschappij. Dus verhoog, maak eeuwig groot de naam van Jezus. Volk van God, kom en breng lof aan Jezus, de koning. Majesteit, groot is zijn majesteit. Dwars door de dood werd Hij verhoogd. Jezus regeert!

Amen.

Categorieën