30 april 2017

Zoekend naar iets, maar iemand anders gevonden

Predikant:
Bijbeltekst: Johannes 1:41-46 Johannes 21:1-14

Samenvatting:

‘Zoekt en ge zult vinden’, een bijbelwoord uit de Bergrede van Jezus dat ook in de volksmond bekend is. Je zult maar wat kwijt zijn! Je gaat zoeken en vindt … iets anders dat langer zoek was en eigenlijk al vergeten.

Zo gebeurt ook aan het meer van Galilea. Petrus neemt het initiatief om het oude beroep weer op te pakken en gebruik te maken van zijn vissersboot. Jezus is er niet meer en degenen die Hem/hen onderhielden doen het nu niet meer. De tijden zijn veranderd. Samen met de andere zes discipelen gaat Petrus vissen, maar waar zit die vis toch? Ze zijn beroepsvissers die niets vangen.
En dan roept Iemand van de kant om beleg voor het brood, niet voor Mijn brood. ‘Nee’. Wat een antwoord van onmacht uit de mond van iemand die de hele nacht bezig geweest is om te vissen en niet eens een vis heeft gevangen. Gezocht en niets gevonden.
Jezus zegt: ‘Gooi je net uit aan de rechterkant en je zult vinden’. Een herhaling of bevestiging van het verleden? Een teken van een nieuw begin? Het is nodig dat iets gevonden wordt, Jezus zegt niet dat ze zullen vangen, maar vinden. Maar wat vinden ze dan?

Er zijn nogal wat zoekende mensen, ook in de kerk. Wat zoeken ze: sociale contacten, rust, veiligheid, zekerheid, vrede? En hebben ze dat ondertussen gevonden of viel alles na de dienst weer bovenop hen en was het maar een tijdelijke oase. Er zijn ook Godzoekers die vragen: ‘Waar is God, waar hoor of vind ik nog iets van een spoor van Hem’? God zoeken heeft te maken met het leven in het geloof.
God doorzocht de wereld op zoek naar mensen die Hem zochten, maar er was niemand. Vanuit onszelf gaan we niet op zoek naar God, alleen naar onszelf. De Heere moet ons leren naar Hem te zoeken in het geloof. God is gevonden van hen die niet naar Hem zochten.

De discipelen krijgen de opdracht het net aan de rechterkant uit te werpen. Petrus zegt: ‘Het is de Heere’! geen gejuich over gevangen vis, maar wel een juichtoon over de gevonden Heer. In Johannes 1 roepen de discipelen ook: ‘Wij hebben gevonden, de Christus, de Messias’, ook al werden ze eerst door Hem gevonden.
Het broodbeleg, de vis, ligt al klaar op het vuur. Die vis is maar bijvangst, het gaat om het vinden van Jezus. Wat zoeken wij hier nog? Zoek en je zal Iemand vinden. Christus zoekt je; omdat Hij weet dat we zelf niet naar Hem zoeken. Hij wil gevonden worden en vindt ons, daar gaat het in het evangelie om: ‘Het is de Heere’. Wat een vondst dat de Kurios ons heeft gezocht in Zijn vergevende liefde!

Categorieën